vrijdag 16 december 2011

Hoe reduceer ik de milieubelasting in de gebruiksfase?

Een bekende vuistregel is:  als er een stekker aan zit, is de milieubelasting van de gebruiksfase groter dan de milieubelasting van de productie en afvalverwerking.
Energie
Deze vuistregel geldt voor nagenoeg alle producten op batterijen, op gas, op water, op brandstof of andere vormen van energie. Zo zit de milieubelasting van een personenauto voor 90% in het brandstofverbruik, en slechts voor 10% in de productie. (bron Tata steel)
Gewicht
Zo geldt voor producten die toegepast worden in of aan voertuigen, dat het gewicht vooral een invloed heeft op het brandstofverbruik. Ik weet niet hoeveel ton brandstof het kost als een vliegtuigstoel een kilo zwaarder is over de hele levensduur, maar ik weet wel dat Fokker indertijd 1.000 gulden overhad voor ieder idee dat een kilo uit een F70 bezuinigde. Een leuke bijverdienste voor het personeel. Maar volgens deze redenering is het milieuvriendelijker om een vrachtwagen carrosserie te maken van composiet (licht maar niet recyclebaar) dan van staal of aluminium (recyclebaar maar zwaarder).
Er zijn wel altijd uitzonderingen: verhuiswagens rijden gemiddeld slechts 30 km per dag. Hier speelt gewicht dus weer veel minder een rol dan bij een vrachtwagen die 150.000 km per jaar rijdt.
En Aerodynamica: een dakspoiler is weliswaar een extra gewicht, maar (mits goed afgesteld) levert zij effectief toch een besparing op.
Service en onderhoud
Nog zo’n sluipmoordenaar in de gebruiksfase: service en onderhoud. We hebben dat al gezien in het voorbeeld van de koffie-automaat (zie hier): als er een mannetje in een auto speciaal voor heen en weer komt rijden, en dan nog vaak ook, is er al gauw wat te winnen.
Ontwerpoptimalisatie….
De eerste opdracht is dus om het (energie)verbruik van het product omlaag te brengen. Dat klinkt eenvoudig maar is het lang niet altijd. En op een gegeven moment heb je de limiet wel bereikt. Bijvoorbeeld een waterkoker: die heeft een hoge effectiviteit. Het elektrisch rendement is goed, de warmte overdacht is goed, daar is weinig meer aan te doen. Toch zijn er kansen….
Of gedragsverandering?
In het geval van de waterkoker is het probleem dat veel mensen teveel water koken. Ze koken een liter en zetten een kopje thee. Of ze zetten m aan, vergeten hem, hij slaat af en koelt af, en na 20 minuten zetten ze hem nog een keer aan. Het probleem zit dus soms niet in de efficiency van de techniek, maar in die van het gebruik. Kun je hier iets mee doen?
In het geval van de waterkoker kun je bijvoorbeeld stickers meeleveren ‘mijn mok’ en ‘mijn theepot’. Of een kleurindicator geven ‘nog warm genoeg voor thee’ of ‘niet meer warm genoeg voor thee’. Bijvoorbeeld.
Bij wasmiddel speelt iets vergelijkbaars. Omdat wasmiddel zelf geen energie verbruikt, zou je denken dat er het meest te winnen is in verpakking, logistiek en ingrediënten. Echter als je het hele wasproces bekijkt, zie je dat de energie die de wasmachine verbruikt vele malen groter is dan de productie en distributie van het wasmiddel zelf.
Het loont dus om als innovatierichting te kiezen om het wassen op lagere temperatuur mogelijk te maken. Daarmee bereik je een bovendien een gedragsverandering bij de klant. En het leuke van dit voorbeeld is: je verduurzaamt niet alleen jezelf, maar je hele keten. En dat heeft pas impact.

vrijdag 4 november 2011

De gebruiksfase van producten milieuvriendelijker maken

Een producent van koffiemachines wilde graag zijn product milieuvriendelijk herontwerpen. Hij dacht dat de grootste energiebesparing te halen was in de boiler die het koffiewater 24 uur per dag, 7 dagen per week op een hoge temperatuur houdt. Dat is namelijk over het algemeen een goed startpunt: als uw product energie verbruikt is daar meestal de grootste klapper te maken. Toch waren zij zo verstandig om een complete Levens Cyclus Analyse (LCA) te doen (waarin de milieubelasting over de hele levenscyclus, van grondstof tot afvalverwerking wordt geanalyseerd).
Onverwachte hoek
Uit de LCA bleek dat de boiler weliswaar een belangrijke energieslurper was, maar dat de allerhoogste milieubelasting vooral zat in de service en onderhoud van het apparaat. Elke 2 dagen kwam er namelijk een onderhoudsman langs, in een autootje, om de machine te reinigen, de afvalcontainer te legen en koffie, melk en suiker bij te vullen.
Wat bleek bovendien: als de afvalcontainer al vol was, waren de containers voor melk, suiker en koffie nog half vol. Door alleen al de afvalcontainer 2x zo groot te maken hoefde de onderhoudsman nog maar eens in de 4 dagen langs te komen. Dit scheelde meteen de helft in de reiskilometers van de onderhoudsman.
Van daaruit is de fabrikant verder gaan optimaliseren, tijdens feestdagen was de machine namelijk nog helemaal niet aan onderhoud toe, en als er een bijeenkomst was geweest stond hij al op storing. Tegenwoordig hebben deze automaten een chip die ‘belt’ met de service als er service nodig is. In combinatie met een route-optimalisatie programma worden de servicemonteurs zo efficient mogelijk ingezet.
Analyse loont
Wat we hier zien is dat het loont om de milieubelasting van uw product te analyseren voordat u aan het herontwerpen gaat. Had deze ondernemer de LCA niet laten uitvoeren, dan had hij van alles aan de boiler gedaan en de grootste milieubelasting onaangeroerd gelaten.
Vuistregels
Er zijn vuistregels om snel door de oogharen een inschatting te maken waar de grootste milieubelasting ligt.
-          Zo zou er altijd een belletje moeten gaan rinkelen als er sprake is van verbruik. Bijvoorbeeld van  energie, van water, van hulpstoffen (bijvoorbeeld inkt).
-          Een tweede situatie is service en onderhoud, zoals ook te zien is in bovenstaand voorbeeld.
-          Tenslotte is een alarmbel als een product veel wordt vervoerd, of bedoeld is voor in/aan een voertuig.  Dan is het gewicht een cruciale factor voor het indirecte verbruik van brandstof.
Indien meerdere van deze situaties aan de orde zijn, zoals in het voorbeeld van de koffiemachine, dan loont het weer om te rekenen.
Instinker
Een ander leuk voorbeeld is de carrosseriebouw. Daar wordt alles wat wordt gemaakt, per definitie veel rondgereden en gewicht is dus belangrijk voor het indirecte verbruik. Maar dat geldt dan weer niet voor verhuisauto’s: die rijden namelijk maar een heel laag aantal kilometers per jaar en staan grotendeels stil.
Regionale verschillen
Onlangs was ik bij een bedrijf die producten maakt voor de reinigingsindustrie. Zowel elektriciteitsverbruik als waterverbruik zijn thema’s, het bedrijf opereert internationaal. Dan is het goed om je te realiseren dat in Nederland de elektra de grootste kostenpost is, en in het Midden Oosten juist de schaarste van water.

woensdag 2 november 2011

Hoe brengt u uw product zo milieuvriendelijk mogelijk bij uw klant?

En dan heeft u een milieuvriendelijk product, en dan wilt u dat bij uw klant krijgen. Ook dat kan belastend zijn voor het milieu. En dan gaat het over de distributie zelf, maar ook over bijvoorbeeld de verpakking.

Ruimtewinst
Iedereen kent het voorbeeld van IKEA met zijn platte dozen met zelfbouwpakketten. Dat is een goed voorbeeld hoe ruimte wordt bespaard ( en daarmee veel opslagruimte, energie en brandstof). De kunst is hierbij om zo min mogelijk lucht te vervoeren. Om diezelfde reden zijn kartonnen koffiebekers altijd nestbaar (ze passen zeg maar in elkaar), worden ronde producten vaak in een vierkante doos verpakt (om ze stapelbaar te maken) en dergelijke.

Retourstromen
Een klassiek voorbeeld is ook dat van de glazen melkfles versus het kartonnen pak. Het pak is weliswaar een wegwerpverpakking en in die zin belastender voor het milieu, maar de glazen fles heeft ook een paar nadelen: namelijk de retour goederenstroom, het feit dat de fles cylindrisch is en daardoor minder ruimte efficiënt, evenals de dikte van het glas. Daar komt nog bij het extra gewicht dat vervoerd moet worden en de belasting van het omspoelen. Alls bij elkaar opgeteld is het pak toch minder belastend. (overigens is er jaren geleden een vierkante kunststof pet-fles voor zuivel ontwikkeld, maar die zie ik tegenwoordig nergens meer in de supermarkten).

Emballage
Horrex produceert horren voor caravans. Sinds de caravanbouw uit Nederland eigenlijk helemaal is verdwenen, ligt hun afzetmarkt steeds meer in Noord Amerika. Er is dus veel transport. De klanten (caravanbouwers) willen de horren niet als een compact bouwpakket aangeleverd krijgen, maar helemaal klaar om erin gehangen te worden. Dan zijn horren vrij kwetsbare producten. Horrex verpakte de horren dus altijd in veel folie en veel karton om beschadigingen te voorkomen. Uiteindelijk was het volume van het getransporteerde verpakkingsmateriaal groter dan van de horren zelf! Toen hebben ze bedacht om een retour-krat te ontwikkelen was stevig genoeg is om meedere horren zonder extra verpakkingsmateriaal in te vervoeren. Omdat ze steeds aan dezelfde klanten leveren was het ook eenvoudig om goede verzamelzendingen te maken en de verpakking (opklapbaar) retour te laten komen.

Zo wordt zichtbaar dat een goed ontwerp van niet alleen het product, maar ook van de verpakking en het transportsysteem, een wezenlijke bijdrage kan leveren aan milieubesparingen!

Distributiesysteem
En dan is er natuurlijk nog de mogelijkheid om de distribitiewijze die je kiest, zo milieuvriendelijk te maken. Vervoer je per vrachtauto, per schip, per trein of per vliegtuig? Of een combinatie hiervan? Er zijn gespecialiseerde bureaus die een ‘mobiliteitsscan’ kunnen uitvoeren om te bepalen wat in uw situatie het beste is. En dat kan ook een combinatie van bovenstaande zijn, het zogenaamde ‘multimodale vervoer’.

Tot slot nog een mooi filmpje van Cargohopper, een stadsdistributiesysteem dat in Utrecht is geïntroduceerd in 2010.

woensdag 19 oktober 2011

Schoon Produceren

“tja mevrouw, dat is heel leuk dat duurzaam ondernemen, maar voor ons werkt dat niet want wij bepalen niet zelf wat we maken. De klant stuurt de tekening en daar hebben wij geen invloed op”. Dit is een opmerking die ik vaak hoor, bij de MKB-bedrijven die ik als innovatieadviseur bij Syntens bezoek.  
Toeleveranciers
Slechts 15% van de Nederlandse Maakindustrie produceert eigen ontworpen producten, de rest produceert onderdelen, of producten in opdracht van anderen. Betekent dit dat voor 85% van de bedrijven duurzaam ondernemen onmogelijk is? Nee.
De 5e stap uit het LiDS-Wiel (zie 5 blogs terug) gaat namelijk over schoon produceren. En dat kan ieder bedrijf toepassen. En als het goed is bespaart het nog energie, en geld, ook.
Gezond verstand
Een jaar geleden heeft Stimular een presentatie gegeven over duurzaamheid in de industrie. In deze presentatie staan vele tips die met name voor metaalbedrijven relevant zijn. De meeste tips zijn eigenlijk nogal voor de handliggend en gebaseerd op gezond verstand, met je bedrijf omgaan zoals je ook thuis met de zaken omgaat.  Ik haal er hier een paar uit, voor alle tips verwijs ik naar de presentatie: aan (zet ze ’s nachts echt uit). Net als de TV thuis dus.
1         Pak het standby gebruik van de machines aan (zet ze ’s nachts echt uit). Net als de TV thuis dus.
2         Perslucht: lekken dichten, ’s nachts uit, vervang blaaspistolen door HR pistolen.
3         Lassen: Vernieuw trafo’s, die zijn veel zuiniger geworden!, Op maat ventileren (tot 20% besparing)
4         Ovens: warmte terugwinnen, goed inplannen.
5         Spuitcabine: keuze van de lakken. Overleg met je leverancier. Er zijn bijvoorbeeld low-bake poedercoatings in de handel die op lagere temperaturen uitharden.
6         Heftrucks: zuinig heffen (liever hoog en dan laten zakken) en rijden (niet in de hoogste stand)
7         Afval: scheiden, maar ook zorgen dat de spanen droog zijn. Bijvoorbeeld door een ander proces, of door een spanenwasser te gebruiken.
8         Restjes opgebruiken, maak afspraken met je leverancier over de (retour)verpakking
Spijkstaal
Deze presentatie van Stimular werd trouwens gegeven tijdens een bijeenkomst bij Spijkstaal, een prachtig duurzaam bedrijf in Spijkenisse. Zij hebben tal van voorbeelden van duurzaam ondernemen in het bedrijf.

Nieuwe  schoenen
Tijdens de rondleiding vroeg een deelnemer zich af, wat Spijkstaal kon doen als de voorraden en de diversiteit van de voorraad zou stijgen. Kan er dan nog een hal worden bijgebouwd? De directeur van Spijkstaal (Win Heijboer, helaas overleden in 2011) antwoordde: “Dat doen we net als thuis, dan moeten we eerst opruimen en uitmesten. Thuis bouw ik ook niet een schuur erbij omdat ik nieuwe schoenen heb gekocht. “ Gezond verstand voor op dus.

1 miljoen
Ook heeft Spijkstaal een rigoureus wervingsbeleid: men neemt alleen personeel aan dat binnen 25 km van het bedrijf woont. Dit om de woon-werk kilometers te beperken. “we werken onder de rook van Rotterdam. In een straal van 25 km wonen ruim 1 miljoen mensen. Daar moeten toch die 70 werknemers voor ons te vinden zijn? “

Taal
Tenslotte een voorbeeld van een maatschappelijke bijdrage: de medewerkers van andere nationaliteiten werd een Nederlandse taalcursus aangeboden, o.a. ter verhoging van de veiligheid op het werk. “we hebben ruimte genoeg, neem je echtgenote mee.” Luidde het en zo heeft Spijkstaal een rol van betekenis gehad bij de integratie van allochtone vrouwen in Spijkenisse door het leren van de taal.

Schoon produceren gaat dus in de eerste instantie over het kiezen voor de meest zuinige en schone processen, ten tweede over het goed onderhouden en up-to-date houden van de machines en infrastructuur en verder over veel gezond verstand en een dosis creativiteit om ook afwijkende ideeen op te pakken.

woensdag 13 juli 2011

Minder materiaal gebruiken

Drie blogs geleden  introduceerde ik het LIDS-wiel, een methode om in 8 stappen een product duurzamer te herontwerpen. Vandaag de derde stap: het verminderen van het materiaalgebruik.
Minder materiaalgebruik betekent immers minder grondstoffen, minder afval, maar ook minder energie tijdens productie en transport.
Overdimensioneren
Vanouds zijn we gewend om bij het bepalen van onze materiaaldiktes een het zekere voor het onzekere te nemen en enigszins te ‘overdimensioneren’. Gelukkig stellen moderne technieken zoals computerberekeningen en -simulaties ons in staat om producten zo vorm te geven en te optimaliseren dat alle krachten door een minimum aan materiaal worden opgevangen. 
Een bekend en aansprekend voorbeeld zijn bierkratjes. Deze zijn erg sterk, want worden hoog opgestapeld, er wordt ruw mee omgesprongen en ze worden ook nog wel eens gebruikt als stoel of als bedklos. Maar ze moeten ook zo licht mogelijk zijn, in verband met de materiaalkosten en de brandstofkosten van het vele transport van deze retourverpakking. Door middel van Eindige Elementen berekeningen worden bierkratjes optimaal ontworpen op gewicht en sterkte.

Het maken van dit soort berekeningen loont vooral als de series van het te produceren product groot zijn, en volume en gewicht nog een extra hefboom kennen in de milieubelasting door het vele transport. Een bureau dat (onder andere) hierin is gespecialiseerd is BPO uit Delft www.bpo.nl

Materiaal innovaties

Nieuwe materialen maken vaak gewichtreducties mogelijk. Denk daarbij aan (niet zo nieuw) hoogsterktestaal, waarmee je ongeveer 30% kan besparen op de materiaaldikte met behoud van de sterkte. Of composiet, van glasvezel, koolstof of andere materialen. Racefietsen van carbon (koolstof) wegen nog maar een fractie van de stalen fietsen van vroeger.

Disposables
Een andere categorie waar het echt zin heeft om materiaal te besparen is bij disposables (wegwerp-onderdelen). Omdat het verbruik hiervan hoog is, is de besparing op grondstoffen, afval en productie-energie al gauw aanzienlijk. Bijvoorbeeld de opzettandenborstels van Philips. Bij het eerste model sonicare was een vrij groot deel van de borstel een vervangonderdeel, inclusief een bewegingsmechanisme. Het latere model opzetborstels is een stuk kleiner en daarbij zijn meer onderdelen in het ‘vaste’ deel van de tandenborstel geïntegreerd.
Maar ook voor industriële toepassingen is dit principe te gebruiken. IHC Merwede, producent van baggerschepen, produceert haar cutterkoppen (een soort boorkop waarmee steen wordt afgegraven) met vervangbare slijtdelen. Zodat niet de hele cutterkop hoeft te worden vervangen maar alleen de tanden.

Lichtgewicht
Een bijzondere categorie zijn die producten, die hun hele levensduur getransporteerd worden en waar door het gewicht, veel energie in gaat zitten. Auto’s zelf, maar dus ook alle auto-onderdelen. Interieurs voor treinen en vliegtuigen. Jaren geleden, toen de Fokker 70 werd gebouwd, werd er aan de medewerkers een beloning van 1.000 gulden (toen nog) uitgeloofd voor iedere kilo ze konden besparen op het totaalgewicht van het vliegtuig.
Door de toenemende luxe in onze auto’s, treinen en vliegtuigen staat het gewicht continue onder druk, we willen namelijk wel lekker zitten en niet op een houten plankje, en we willen steeds meer features die we vroeger niet hadden aan boord. Hier ligt volop ruimte voor innovatie: hoe kunnen we bestaande en nieuwe voorzieningen comfortabeler én lichter maken?

donderdag 7 juli 2011

7 manieren om duurzame materialen te kiezen

Goud
Weet u wat stadserts is? …. Nee? Dat is het goud waar de olympische medailles van werden gemaakt. Je kunt namelijk op drie manieren aan goud komen. Traditioneel ga je naar Zuid Afrika, je graaft een tunnel van 1,5 km onder de grond, je haalt een boel steen en modder omhoog en met veel kwik en andere chemicaliën haal je daar ongeveer een half procent goud uit.
Wat je ook kunt doen, is oude computers, printplaten en dergelijke inzamelen. Je hoeft niet te graven, hebt geen nare chemicaliën nodig en de goudopbrengst is al gauw 1,5 % dat is 3x zoveel als uit de mijn. En dat is dus ‘stadserts’.
Een derde manier is om het wel op de traditionele manier te winnen, maar daarbij rekening te houden met arbeidsomstandigheden, ontbossing, de chemicaliën niet in het milieu te laten verdwijnen en er een eerlijke prijs voor te betalen. Dat is bijvoorbeeld het groene goud met het keurmerk van ‘oro verde’ . Daar heb ik een trouwring van.
Zeven manieren
Welke keuze heeft u eigenlijk als het om duurzame materialen gaat?
1.       Materialen die geen schadelijke resten in het milieu achterlaten.
Kunstmest heeft altijd een ‘coating’ om de korrel die voorkomt dat de korrels aan elkaar gaan kleven. Deze coating blijft echter vaak achter in het milieu. Holland Novochem heeft een coating ontwikkelt die biologisch afbreekbaar zijn.

2.       Materialen die afbreekbaar zijn.
Er bestaan kunststoffen van maïszetmeel of aardappelzetmeel die biologisch afbreekbaar zijn. Met name voor wegwerptoepassingen die nogal eens in het milieu terecht komen (bijvoorbeeld patatbakjes) is dit een goede oplossing. Maar ook voor bijvoorbeeld grafkisten worden steeds vaker materialen gebruikt die afbreekbaar zijn.

3.       Materialen die herbruikbaar zijn
OpenBic maakt haar zeilbootjes van een herbruikbare (recyclebare) kunststof in plaats van het niet-herbruikbare polyester wat in de sector gebruikelijk is. Extra voordeel: ze gaan ook nog eens minder snel stuk.

4.       Materialen die gemaakt zijn van het afval van een ander
Het poedervormige afval dat ontstaat door het frezen van keramisch materiaal, wordt door de firma Nonflammable verwerkt tot nieuwe producten. Ook worden oude autobanden verwerkt in rubberen stoeptegels. Betonproducenten gebruiken oude vloerbedekking als vulmiddel. En zo zijn er vele voorbeelden.

5.       Materialen die gecertificeerd zijn
Eén van de bekendste materiaalcetificaten is het FSC keurmerk, dat aangeeft dat het hout uit goed beheerde bossen komt. Aannemersbedrijf van Zoelen heeft als beleid om zoveel mogelijk gebruik te maken van FSC hout. Ook voor vele andere materialen zijn er alternatieven met een certificaat.

6.       Materialen die duurzaam gewonnen zijn
Het voorbeeld hierboven van Oro Verde, is een voorbeeld van duurzaam gewonnen goud. En we kennen allemaal wel de voorbeelden van de katoenteelt en de levensmiddelenindustrie waar bijvoorbeeld het Max Havelaar keurmerk u houvast geven.

7.       Materialen uit de regio.
Maar ook de reisafstanden die uw materiaal moet maken kan van invloed zijn op de duurzaamheid. Tomaello, een productiebedrijf voor natuursteen en granito, geeft haar klanten voorlichting over de herkomst van het natuursteen zodat deze een goede afweging kan maken tussen steen uit Bolivia of steen uit Beieren (DL).
Appels en peren
In sommige gevallen is het lastig te bepalen wat nu het meest duurzame alternatief is. Een fabrikant van speeltoestellen bijvoorbeeld vroeg zich af of ze beter beton of FSC hardhout konden gebruiken voor de palen. Beton heeft een lange levensduur en is onderhoudsvrij,  maar kent een energieverslindend productieproces. En FSC hout is een hernieuwbare grondstof met goed beheer van het woud, maar komt van ver en behoeft jaarlijks onderhoud. Het is appels met peren vergelijken.
In zo’n geval kan het aan te raden zijn om een Levenscyclus Analyse (LCA) uit te voeren op beide alternatieven. Hierbij worden de verschillende aspecten van milieubelasting gedurende het hele leven omgezet in ‘punten’, het product met het minste punten is dan het meest milieuvriendelijk.
Bronnen
Enkele van de bureau’s die kunnen helpen met het maken van een LCA (of vergelijkbaar model voor de doorrekening van milieubelasting) zijn Beco (www.beco.nl) Pré (www.pre.nl); Crem (www.crem.nl)

donderdag 23 juni 2011

Slimmer functies vervullen kan veel milieuwinst opleveren

Het eerste punt om aan te pakken volgens het LIDS-wiel (zie vorige blog) is de functievervulling zelf. En dat is ook meteen het lastigste onderdeel van dit wiel, maar wel met de grootste impact.  Als dit goed wordt aanpakt denk je namelijk niet meer in producten, maar in de functie die het product vervult. Een paar voorbeelden:
Hete aardappelen
Om aardappelen gaar te krijgen zetten wij gewoonlijk een pan met aardappelen en water op het gas. De helft van de warmte gaat hierbij langs de pan verloren. zodra het water kookt blijven we 15 minuten energie toevoegen om het water aan de kook te houden. Als de aardappelen tenslotte gaar zijn gieten we ze af, waarbij het gekookte water door de gootsteen wordt gespoeld. Heel veel energie is verloren gegaan aan het opwarmen van het water en omgeving. Terwijl we eigenlijk alleen de aardappel gaar wilde maken. Om op zoek te gaan naar een betere functievervulling kan men zich dus de vraag stellen: hoe krijgen we efficient de aardappelen gaar? Misschien komt u er zo toe om iets te ontwikkelen als een hogedrukpan, een stoomoven, een magnetron of wat dan ook.
In de steigers
Een voorbeeld uit de bouw: stel u hebt een bedrijf in de steigerbouw. Wat is dan de functie die u vervult? Dat is niet het bouwen van steigers, maar het bereikbaar maken van werkplekken op hoogte. Als u deze functie definieert als het product, dan kunt u ineens ook aan andere invullingen denken. Bijvoorbeeld hoogwerkertjes of glasbewassings installaties, die in sommige gevallen wellicht efficiënter zijn dan een steiger. U kunt zelfs veranderen van een product-organisatie in een dienstenorganisatie: namelijk door het bieden van de meest optimale oplossing voor het werken op hoogte. En hiervoor de materialen beschikbaar te stellen.
Cool
Een mooi voorbeeld is ook het bedrijf Evening Breeze. Zij heeft ingezien dat in eco-resorts in tropische landen, 80% van het energieverbruik van het resort wordt gebruikt voor de airconditioning in de hotelkamers. Nu is die energie ontzettend duur: in het binnenland van Suriname bijvoorbeeld wordt de diesel met een vliegtuig naar het resort gevlogen, daarmee worden aggregaten aangedreven en op die stroom draaien de airco’s. Evening Breeze heeft zich afgevraagd: hoe kun je efficiënter comfortabel slapen? Zij ontdekten dat de gasten overdag nauwelijks op hun kamer verbleven. En dat ze ‘s nachts, als ze wel behoefte hadden aan verkoeling, alleen in het bed bleven en niet de hele kamer gebruikten. Dus waarom de hele kamer dan koelen? Evening Breeze heeft een hemelbed ontwikkeld met een airco in de hemel, waardoor niet meer de hele kamer maar alleen het bed wordt gekoeld. Dit levert een energiebesparing voor het resort op van 60%, en de hotelgast slaapt ook nog een keer lekkerder omdat er geen lawaai en geen tocht optreedt. www.evening-breeze.com

Dit laatste voorbeeld maakt duidelijk dat het nadenken over de functievervulling meer oplevert dan herontwerpen op basis van bijvoorbeeld materialen. Met materialen en het efficiënter maken van de airco was een energiebesparing van 60% immers nooit mogelijk geweest.
Hoe zit dat voor uw bedrijf? Welke functie vervult u en hoe kunt u dat anders en efficiënter doen?

woensdag 15 juni 2011

Het ontwikkelen van duurzame(re) producten: het LIDS-wiel

Stel: uw bedrijf ontwikkelt en produceert eigen producten en u wil deze duurzamer maken. Dan denken de meeste ondernemers aan het gebruiken van duurzamere materialen. Maar er is meer mogelijk. De TU Delft heeft een methode ontwikkelt waarmee u een herontwerp van uw product kunt maken waarbij u allerlei aspecten meeneemt, en daarbij begint bij de grootste veranderingen en de grootste milieu-impact.
LIDS-wiel
Deze methode heet het LIDS-wiel en kent 8 manieren om de milieu-impact van uw product te verminderen.  Over het algemeen geldt dat hoe lager het ‘nummer’ van de maatregel die u kiest, hoe groter de impact.



Met dit instrument kunt u eigenlijk nu al aan de slag. Misschien kunt u uit dit palet aan mogelijkheden voor uw product wel meerdere maatregelen nemen (misschien zelfs alle 8). Houd daarbij wel de nummering aan: het heeft immers geen nut om bijvoorbeeld eerst een recyclingsysteem op te zetten (7) en daarna nog van materiaal te veranderen (1).
In de volgende 8 updates zal ik één voor één ingaan op de strategieën, geïllustreerd met voorbeelden. Dus houd deze blog in de gaten.

dinsdag 7 juni 2011

De valkuil van Greenwashing

Natuurlijk wilt u, als u duurzame dingen doet, u ook naar uw (potentiele) klanten profileren als een groen bedrijf. Maar pas op voor de valkuil: u bent het vast al wel eens tegengekomen dat u een zogenaamd ‘groene’ claim tegenkwam terwijl u met uw boerenverstand al kon doorzien dat het alleen maar gebruikt is als marketingkreet. En dat wilt u natuurlijk niet zo doen.
Reputatieschade
 Er is een term voor dit ‘misbruik’: het heet greenwashing: je groener voordoen dan je bent. Het is levensgevaarlijk, niet voor uzelf maar wel voor de reputatie van uw bedrijf. Er zijn genoeg  websites en zelfs televisieprogramma’s waar dit soort misstanden aan de kaak worden gesteld. En slechte recensies met uw bedrijfsnaam erin verdwijnen nooit meer van het wereldwijde web. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard: dus het weer opbouwen van een groen imago na een greenwashing blunder is een moeizame klus.
’s Lands grootste kruidenier heeft op deze manier wel eens een steekje laten vallen, zie het filmpje in bijgaande link: http://player.omroep.nl/?aflID=10682196

Goede bedoelingen
Ik denk dat de meeste bedrijven die beweren duurzaam te zijn of duurzame producten te leveren, goede bedoelingen hebben en ook wel iets aan duurzaamheid doen. Al is het maar het gebruik van gerecycled papier. De vraag is alleen of dat wat ze doen voldoende zoden aan de dijk zet om de claim dat het een duurzaam bedrijf betreft te kunnen onderbouwen. Een leuk voorbeeld is bijgaande commercial van een soepfabrikant:

Om duurzaamheid te kunnen claimen en in uw marketing te kunnen gebruiken moet u eigenlijk aan drie voorwaarden voldoen.

Onderscheidend in de branche
Duurzaamheid wordt pas een onderscheidende factor op het moment dat je duurzamer bent dan je concurrenten. Dit betekent meteen twee dingen: namelijk dat je in de gaten moet houden wat je concurrenten doen, én dat je het nog beter moet doen. Laatst stond in ons plaatselijke sufferdje dat een garagebedrijf nu duurzaam werkte: ze hadden namelijk een olieput. Terwijl dit wettelijk verplicht is, dus niet echt iets om duurzaamheid op te claimen.
Relevant voor uw bedrijfsactiviteit
 Er is een verschil tussen  wel en niet relevante duurzaamheid. Zoals TNT enkele jaren geleden ontdekte was hun programma voor voedsel voor de derde wereld gebaseerd op liefdadigheid. Echter het terugdringen van de CO2 uitstoot (wat tegenwoordig de duurzaamheidsstrategie is) raakt aan de core business van het bedrijf en is daarmee maatschappelijk én commercieel veel interessanter. Op kleine schaal voedselhulp bieden en ondertussen op grote schaal het klimaat beïnvloeden: dat lijkt ook op windowdressing ofwel en marketingkreet.
Realistisch bij normaal gebruik
Saab heeft ooit niet mogen adverteren voor een auto die op bio-diesel rijdt, omdat biodiesel nergens verkrijgbaar is. De ‘klanten’ kunnen dus de geclaimde duurzaamheid nooit waarmaken. Ik vind hetzelfde altijd gelden voor de opmerking ‘gemaakt van recyclebaar materiaal’ op producten waarvan iedereen weet dat ze niet gescheiden worden ingezameld (en ook niet uit het huisvuil worden gefilterd). Iets maken van recyclebaar materiaal is pas duurzaam als er ook een voorziening is die organiseert dat het ook daadwerkelijk gerecycled wórdt.
Duurzaamheid gebruiken in uw marketing uitingen: doen, maar pas als u het echt kunt waarmaken met bovenstaande richtlijnen. Zodat het meer wordt dan alleen een marketingkreet.


dinsdag 18 januari 2011

Maak de businesscase sluitend

Je hebt een duurzaam idee, en wilt de wereld ermee gaan veroveren. Kijk eerst eens naar bijgaande filmpjes van Plakkies, duurzame slippers die in Zuid-Afrika geproduceerd worden.


Liefdadigheid
Plakkies is natuurlijk een heel mooi voorbeeld van een liefdadigheidsproject. Hoe deze ondernemers in staat zijn geweest om bekende ontwerpers, transporteurs, reclamebureau’s en retailers over te halen om aan dit project mee te werken zonder vergoeding. En dat verdient absoluut een pluim.
Volhoudbaarheid
Maar vanuit het oogpunt van ‘volhoudbaarheid’, wat immers in een eerdere posting van deze blog onze definitie van duurzaamheid is geworden, is het geen goed voorbeeld. Voor de deelnemende bedrijven is het economisch niet volhoudbaar om al hun business op deze manier in te richten, namelijk zonder kosten en zonder winst. Dit kun je hooguit voor 5% van je bedrijfsvoering doen. Daardoor blijft het dus liefdadigheid en geen duurzaam economisch perspectief. Om duurzaamheid te integreren in je bedrijfsvoering en van strategisch belang te maken, is het zaak om de businesscase sluitend te maken.
Businessplan op een bierviltje
Ik zie veel ondernemers die een prachtig idee hebben voor een duurzaam product, en zij slaan voortvarend aan het ontwikkelen. Maar de check op de businesscase blijft vaak achterwege. Omdat er zo in het idee geloofd wordt, of misschien omdat men liever met oogkleppen op doorgaat met wat zo leuk is, namelijk het uitwerken van het product, dan dat men bezig gaat met het uitwerken van de businesscase.
Voor mijn werk bij Syntens heb ik hiervoor Businessplan op een Bierviltje ontwikkeld, een modelletje waarmee je snel kunt toetsen of er voldoende business in een case zit. En met dit model kun je de businesscase steeds verfijnen naarmate je meer en nauwkeurigere data hebt. De mores van het model: wat zijn de kosten per product, wat zijn de opbrengsten per product, en hoeveel ga je er verkopen. Die drie bepalen of er winst gemaakt kan worden, en of de totale hoogte van de winst het rechtvaardigt om een ontwikkeltraject te starten.
Vervolgens zijn er nog diverse opstart kosten en uitgroeikosten waarmee rekening moet worden gehouden, zie daarvoor de achterzijde van het bierviltje.
Het volledige artikel over Businessplan op een Bierviltje via onderstaande link. Genoeg stof om meteen aan de slag te gaan!
Businessplan op een bierviltje artikel

donderdag 6 januari 2011

Goed voornemen 2011: duurzaam ondernemen!

Al jaren is het meest populaire goede voornemen om af te vallen. En al jaren neemt het gemiddelde gewicht van de Nederlander alleen maar toe. De goede voornemens werken dus vaak niet: we beginnen ambitieus maar eind januari is het verslapt. Waar komt dat nou door? In veel gevallen komt dat doordat je er iets voor moet doen wat moeilijk is (lekkere dingen laten staan) en doordat het resultaat niet opschiet (de eerste 2 kilo’s vliegen eraf maar daarna….)
Heb je dit jaar al het goede voornemen gemaakt om duurzamer te gaan ondernemen? Het kan nog! Zo’n voornemen kun je namelijk op iedere dag van het jaar in laten gaan. En de grootste kans om je duurzame goede voornemens ook te laten slagen is om te beginnen met makkelijke maatregelen (laaghangend fruit) die snel resultaat opleveren. Zodat het leuk wordt.
Hebben we in de voorgaande blogs veel aandacht besteed aan strategisch duurzaam ondernemen, aan de hefboomwerking en impact op de omgeving, dat zijn natuurlijk juist de moeilijkste dingen om te doen en bovendien met het ‘traagste’ resultaat. Daarom vandaag een uitstapje naar het eerder door mij verguisde ‘tochtstripniveau’: omdat hier snel winst te halen is.
Energie
Een grote vervuiler is natuurlijk altijd het energieverbruik. Eerste maatregel is natuurlijk om het energieverbruik te reduceren. Dat kan door kleine investeringen bijvoorbeeld andere verlichting, en bewegingssensoren op de verlichting. Ook kan het door een opmerkzame mentaliteit: houd de deur van het koelhuis zoveel mogelijk dicht, los perslucht lekken zo snel mogelijk op, schakel de compressor in het weekeind uit. Een tweede maatregel is om de energie die u gebruikt, zo duurzaam mogelijk te maken. Dus overschakelen op groene stroom.
Energiecentrum MKB heeft op haar website de energiescan, waarin je je energiegegevens kunt invullen. Je ziet dan meteen hoe je presteert in vergelijking met vergelijkbare bedrijven (in de benchmark) en er komen ook meteen tips uit hoe te verbeteren. Energiecentrum MKB heeft trouwens ook erg goede folders en hulp bij het optimaliseren van uw verlichting, koeling, perslucht en dergelijke. www.energiecentrum.nl
Afval, water, emissies, transport, CO2
Behalve energie gaat er natuurlijk nog veel meer om in een bedrijf. Afval bijvoorbeeld, water, transportkilometers. Het loont om na te gaan waar de meeste vervuiling zit en wat daaraan gedaan kan worden. De Milieubarometer is een mooi instrument waarmee al deze zaken, overigens ook energie, in kaart worden gebracht en waarbij aanbevelingen worden gedaan hoe te verbeteren. Het leuke van de milieubarometer is dat je de milieubelasting kunt uitzetten tegen de omzet, afzet, aantal medewerkers, aantal vierkante meters enzovoort, dus ook bij grote veranderingen in het bedrijf (bijvoorbeeld groei of verhuizing) kun je de data van voorgaande jaren blijven vergelijken. Tevens geeft de milieubarometer inzicht in de milieukosten. De milieubarometer wordt bovendien door veel (overheids-)instellingen herkend en dus gewaardeerd als een methode om duurzaam te ondernemen. Mocht u ooit op tenders van de overheid inschrijven. www.milieubarometer.nl

Zakelijk rijden
Worden er veel zakelijke kilometers gemaakt? Dan is de makkelijkste maatregel om het rijdend personeel een training Het Nieuwe Rijden te laten volgen. Dat scheelt al 10-15%. www.hetnieuwerijden.nl
Als u verder wil gaan dan zijn er programma’s zoals GO4MVO, waarbij technische aanpassingen aan de auto (andere olie, ander luchtfilter) worden gecombineerd met HetNieuweRijden én met een computerprogramma waarmee iedereen zijn rij-vervuilings prestaties kan monitoren. Een totaalpakket dus om duurzaam rijden mogelijk te maken maar ook mentaal te stimuleren. www.go4mvo.nl
Inkoop en investeringen
Wat er wordt ingekocht kan ook worden verduurzaamd. Van papier (FSC) tot de koffie (fair trade), voor ieder product is altijd wel een duurzamer alternatief te vinden. Ook bij grotere investeringen (van airco tot auto) kan gelet worden op bijvoorbeeld A-labels. Voor producten waar deze labels niet voor beschikbaar zijn is het soms moeilijker de duurzame alternatieven te vergelijken. Daarvoor zijn gelukkig sites als www.1001klimaatoplossingen.nl en www.energiechannel.nl waarop enkel duurzamere producten en diensten worden aangeboden.
Nieuwbouw / Verhuizen
Niet iedereen zal het zich in 2011 kunnen permitteren: nieuwbouw of een verhuizing met renovatie. Maar voor wie dat wel geldt: de website www.kansenbijverkassen.nl geeft een geweldige start om het nieuwe pand zo duurzaam mogelijk in te richten voordat het wordt betrokken.

Ik wens iedereen een voorspoedig 2011 en dat alle goede voornemens maar mogen worden gerealiseerd!