Een bekende vuistregel is: als er een stekker aan zit, is de milieubelasting van de gebruiksfase groter dan de milieubelasting van de productie en afvalverwerking.
Energie
Deze vuistregel geldt voor nagenoeg alle producten op batterijen, op gas, op water, op brandstof of andere vormen van energie. Zo zit de milieubelasting van een personenauto voor 90% in het brandstofverbruik, en slechts voor 10% in de productie. (bron Tata steel)
Gewicht
Zo geldt voor producten die toegepast worden in of aan voertuigen, dat het gewicht vooral een invloed heeft op het brandstofverbruik. Ik weet niet hoeveel ton brandstof het kost als een vliegtuigstoel een kilo zwaarder is over de hele levensduur, maar ik weet wel dat Fokker indertijd 1.000 gulden overhad voor ieder idee dat een kilo uit een F70 bezuinigde. Een leuke bijverdienste voor het personeel. Maar volgens deze redenering is het milieuvriendelijker om een vrachtwagen carrosserie te maken van composiet (licht maar niet recyclebaar) dan van staal of aluminium (recyclebaar maar zwaarder).
Er zijn wel altijd uitzonderingen: verhuiswagens rijden gemiddeld slechts 30 km per dag. Hier speelt gewicht dus weer veel minder een rol dan bij een vrachtwagen die 150.000 km per jaar rijdt.
En Aerodynamica: een dakspoiler is weliswaar een extra gewicht, maar (mits goed afgesteld) levert zij effectief toch een besparing op.
Service en onderhoud
Nog zo’n sluipmoordenaar in de gebruiksfase: service en onderhoud. We hebben dat al gezien in het voorbeeld van de koffie-automaat (zie hier): als er een mannetje in een auto speciaal voor heen en weer komt rijden, en dan nog vaak ook, is er al gauw wat te winnen.
Ontwerpoptimalisatie….
De eerste opdracht is dus om het (energie)verbruik van het product omlaag te brengen. Dat klinkt eenvoudig maar is het lang niet altijd. En op een gegeven moment heb je de limiet wel bereikt. Bijvoorbeeld een waterkoker: die heeft een hoge effectiviteit. Het elektrisch rendement is goed, de warmte overdacht is goed, daar is weinig meer aan te doen. Toch zijn er kansen….
Of gedragsverandering?
In het geval van de waterkoker is het probleem dat veel mensen teveel water koken. Ze koken een liter en zetten een kopje thee. Of ze zetten m aan, vergeten hem, hij slaat af en koelt af, en na 20 minuten zetten ze hem nog een keer aan. Het probleem zit dus soms niet in de efficiency van de techniek, maar in die van het gebruik. Kun je hier iets mee doen?
In het geval van de waterkoker kun je bijvoorbeeld stickers meeleveren ‘mijn mok’ en ‘mijn theepot’. Of een kleurindicator geven ‘nog warm genoeg voor thee’ of ‘niet meer warm genoeg voor thee’. Bijvoorbeeld.
Bij wasmiddel speelt iets vergelijkbaars. Omdat wasmiddel zelf geen energie verbruikt, zou je denken dat er het meest te winnen is in verpakking, logistiek en ingrediënten. Echter als je het hele wasproces bekijkt, zie je dat de energie die de wasmachine verbruikt vele malen groter is dan de productie en distributie van het wasmiddel zelf.
Het loont dus om als innovatierichting te kiezen om het wassen op lagere temperatuur mogelijk te maken. Daarmee bereik je een bovendien een gedragsverandering bij de klant. En het leuke van dit voorbeeld is: je verduurzaamt niet alleen jezelf, maar je hele keten. En dat heeft pas impact.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten