woensdag 11 januari 2012

Optimaliseer de levensduur van je product

Bruynzeel Vloeren levert parketvloeren. De meeste parketvloeren van andere aanbieders worden als blank hout gelegd en daarna ter plekke 3x afgelakt met een milieuvriendelijke, watergedragen lak. Het nadeel hiervan is dat deze watergedragen lakken, uiteindeiljk minder slijtvast zijn dan bijvoorbeeld PU lakken. Maar vanwege ARBO-technische redenen mogen bij het ter plekke behandelen, alleen watergedragen lakken worden gebruikt. En vanwege de tijd die het kost om te drogen tussendoor, wordt het beperkt tot 3 lagen.
Milieuvriendelijk is niet altijd duurzamer
Bruynzeel heeft ervoor gekozen om de parketvloer in de fabriek al af te lakken met een zeer harde slijtvaste polyurethaanlak. En dan niet in 3 lagen, maar 7. Zo ontstaat een oppervlakte met een veel betere slijtvastheid dan van andere aanbieders. En zo wordt de levensduur van de vloer verlengd. En zo kan een niet-duurzame behandeling, leiden tot een duurzamere vloer als totaal.
Hetzelfde geldt overigens voor de heel oppervlaktebehandelende industrie. Zinkbaden, natlak, het heeft allemaal negatieve milieu-effecten, maar de langere levensduur van het eindproduct wegen daar vaak tegen op. Leuk detail is dat de oppervlakgebehandelende bedrijven het zelf vaak hebben over het ‘verduurzamen’ van het materiaal, waarmee de levensduur wordt bedoeld.
Vervangingsmarkt of wel-varen?
Nu zul je misschien denken: als ik de levensduur verleng, heb ik minder vervangingsmarkt. Kijk even mee met het voorbeeld van OpenBic zijlbootjes. Zeilbootjes worden meestal gemaakt van polyester. Als je dan ergens tegenaan vaart – en dat komt wel eens voor – heb je een gat in de boot en dan zinkt hij of moet dan worden gerepareerd. OpenBic zeilboten overwoog om haar boten van Polyethyleen, een andere kunststof, te maken. Bij een aanvaring deukt dit materiaal namelijk gewoon weer uit, en het kan niet kapot. (denk aan de scharniertjes in de doppen van afwasmiddel). OpenBic was alleen bang dat ze hiermee haar vervangingsmarkt, die toch ook substantieel was, in gevaar bracht. Maar het pakte anders uit. Doordat deze bootjes niet stuk gingen, waren zeilscholen ineens geinteresseerd. Daar gaat namelijk nog wel eens wat mis. Zo kreeg OpenBic er een boel nieuwe klanten, en dus nieuwe omzet bij. Maar dat is nog niet alles: al die kinderen die op de zeilschool in een OpenBic bootje hadden leren zeilen, wilden daarna zelf óók zo’n bootje! Want dat kenden ze. Zo heeft OpenBic door het ontwikkelen van een product dat niet kan falen, weliswaar haar vervangingsmarkt verkleind maar haar totale markt enorm vergroot.
Levensduur op maat
Enkele jaren geleden alweer was ik bij een klant, die wilde ‘iets’ met duurzaamheid. Vanwege de vertrouwelijkheid ga ik even niet in op het bedrijf of product. Sprekende over hun productportfolio, kwamen we tot het inzicht dat ze een product hadden dat heel lang meeging (ca. 40 jaar). Maar dat dat niet in alle gevallen nodig was, in 10% van hun projecten was van tevoren al bekend dat het na 15 jaar volledig gerenoveerd zou worden. We hebben toen gekeken naar manieren om het product een minder lange levensduur te geven, zonder dat de functie en esthetiek binnen die 15 jaar onacceptabel zouden worden. Met een klein herontwerp konden ze dit product aanbieden zonder zinklaag, dus duurzamer en nog goedkoper ook. Het optimaliseren van levensduur is dus niet altijd een verlenging, maar is het afstemmen van de technische levensduur op de economische.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten